Met de publicatie van nieuw onderzoek naar het Leuven Chansonnier, staat het themagedeelte van het meest recente nummer van het Journal of the Alamire Foundation voor een derde keer in het teken van het laatmiddeleeuwse manuscript.
Pedro Memelsdorff behandelt een opvallend unicum uit het liedboekje met mogelijke tekstuele referenties aan Jeanne d’Arc, wat het een van de vroegste muzikale zettingen zou maken die de Franse heldin expliciet vermeldt. Ryan O’Sullivan traceert dan weer de positie van het Leuven Chansonnier in een wijd netwerk van bronnen en analyseert of het handschrift eerder Frans of Savoyaards van aard is. Ook Sean Gallagher exploreert de ‘ruimere wereld van vijftiende-eeuwse chansonniers’, maar met als uitgangspunt één enkel rondeau, mogelijk van de hand van Firminus Caron.
Twee losstaande papers vullen de thematische artikels aan. Aan de hand van een verkenning van de zestiende-eeuwse muziekdrukkers uit de Lage Landen exploreert Martin Ham uitvoerig hoe toenmalige drukprivileges onze kennis over de vroege muziekdrukkunst kunnen aanvullen met nieuwe inzichten. Scott Metcalfe bespreekt in de derde sectie, Research and Performance Practice Forum, Ockeghems rondeau Je n’ay deuil, dat werd overgeleverd in twee verschillende versies en zoekt uit of beide lezingen wel degelijk kunnen worden toegeschreven aan de Franco-Vlaamse componist.
Behalve in druk, zijn alle edities van het Journal of the Alamire Foundation beschikbaar in open access op de website van Brepols.