Talloze musicologische studies brachten muziek aan het licht die tot op heden geen deel uitmaakt van de canon. Tot nu toe kreeg dit 'repertoire' in het algemeen evenwel geen aandacht en zijn vele van deze stukken niet grondig bestudeerd, omdat ze nog niet gelinkt kunnen worden aan het breder musicologisch discours. Nochtans werden deze werken op zijn minst waardevol genoeg bevonden om in muziekhandschriften of -drukken te worden opgenomen en waren ze ongetwijfeld veel talrijker dan de composities die een grote contemporaine populariteit genoten of die nu een plaats hebben verworven binnen het musicologisch onderzoeksveld. Een diepgaande studie van de aanwezigheid en de rol van dit 'repertoire" in relatie tot zijn muzikale context zou aanzienlijk bijdragen tot een meer uitgebalanceerd en realistisch beeld van de zestiende-eeuwse polyfone praktijk en zo bijdragen tot een beter inzicht in het 'dagdagelijkse' muziekleven.
Dit project was geconcipieerd als een noodzakelijk voortraject voor zowel grootschalig muziekanalytisch als sociaalhistorisch en contextueel onderzoek. Het beoogt de ontwikkeling van een fundamentele tool en strategie om een dynamische afbakening van dit 'repertoire' mogelijk te maken en het begrip 'alledaagse polyfonie' vanuit de testcase van de Lage Landen in de periode 1500-1578 te definiëren.